Angst...
Het vragen om hulp, iets wat al niet in mijn aard ligt maar na het ongeluk nog altijd een opspelend ding is. Ik vraag niet graag om hulp want ik kan het zelf wel, maar goed soms kom je er dan toch achter dat je het niet alleen kunt. En als ik iets geleerd heb nav het ongeluk is dat hulp soms best handig is, maar waarom blijft dat dan zo moeilijk om te vragen en waarom vind ik dat echt zo vreselijk om toe te geven dat ik hulp nodig heb.
Ik ben zwak, dat is het eerste wat in mij opkomt als ik moet vragen om hulp. Iets in mij kan dat niet verkroppen om zwak te zijn, en wat zou ik het graag eens zijn, ik ben zo moe van het sterk zijn, van de Sanne te zijn waaraan het lijkt of het wel ok met haar gaat. Ik wil zo graag eens zwak zijn, niet sterk even alles toelaten, maar ik durf het niet, ik ben bang, doodsbang om het toe te laten, want dan heb ik geen controle meer, en de laatste keer dat ik geen controle had raakte ik het belangrijkste kwijt in mijn leven, gingen mijn kinderen dood.
In juli kwam ik via een doorverwijzing van een arts terecht bij Emergis. Oh man Emergis, dat is ergens toch wel een ding, in de volksmond en van vroeger moest je daar toch echt niet terrecht komen. Maar goed met lood in mijn schoenen ging ik daar de eerste keer heen samen met Gert, want ik had hulp nodig, er moest iets gebeuren. We hadden een gesprek met de psychiater en de psychiatrisch verpleegkundige. Die man had mij nog geen 10 minuten gesproken toen hij zei 'Sanne, ken je de films van Harry Potter?' Je moet je voorstellen dat er bij jou een hele dag zo een dementor boven je hangt die je ziel leeg zuigt'. Ok dacht ik deze man weet gewoon hoe ik mij voel en het uit te leggen in Jip en Janneke taal. Er werd veel gesproken, veel gezegd en de diagnose Post Traumatisch Stress Syndroom werd aan mij gekoppeld. Nou werd ik daar niet zo warm of koud van want dat viel ergens wel te verwachten. Hij vertelde dat er momenten zouden komen dat ik niet meer de hulp zou willen aanvaarden en dat hun en de mensen om mij heen er dan zouden zijn om mij op te vangen. We gingen er aan beginnen.
Zal je eerlijk zeggen toen we de deur uit liepen ik eigenlijk al niet meer wilde want nu moest ik die angst onder ogen komen, de controle los gaan laten, het verdriet toe laten, gaan rouwen, want ik heb de afgelopen 5 jaar in overlevingsmodus gestaan, het niet aangedurfd om echt diep te gaan, ook gewoonweg geen kans voor gehad omdat ik voor de jongens moest zorgen.
We zijn veel weken verder, veel gesprekken met de psycholoog verder, de ene keer wat zwaarder als de andere keer, en heb al op het punt gestaan om er mee te stoppen, maar we staan nog maar aan het begin en ik ga er nog hee, ik vroeg haar een keer hoe kom ik die berg van verdriet dan over, mij vertrouwen zei ze, het durven toelaten. Want mijn verstand, die moest ik dus een naam geven, laat het niet toe, mijn verstand alias Keetje Kaatje (en als ze vervelend is Keetje Kattekop) is bang, heel erg bang. Bang om het verdriet volledig toe te laten, bang om zwak te zijn, bang voor wat komen gaat, en dus houd ze zich groot en sterk.
Gister liep ik met Ryan naar huis, hij zei ineens 'mama zijn Lily en Mike gestorfd (gestorven)?' Ik zei 'ja schat dat klopt'. En verder ging hij er eigenlijk niet zo op in, tot ik hem s'avonds naar bed bracht en hij zei 'mama hoe zijn Lily en Mike gestorfd'? 'En ze zijn vast verdrietig mama daarom'. Oh man mijn hart, mijn maag draaide zich om, tranen sprongen in mijn ogen, wat moest ik hem zeggen, ik kon het nog niet, ik heb hem gezegd dat ik hem dat uitleg als hij wat groter is, voor nu accepteerde hij dit gelukkig nog, maar ik weet dat dit niet lang zal duren. En dan ben ik ook bang, bang om hem het uit te leggen.
Ik probeer mijn gevoelens nu doormiddel van een Journal (soort dagboek) op papier te zetten, ook dat ik iets heb om naar terug te pakken als ik daar behoefte aan heb, iets om aan de jongens te laten zien als zij ouder zijn, dat ze weten waarom mama bepaalde keuzes maakte toen zij kleiner waren. Om te zorgen dat Keetje Kaatje wat minder bang word en het toelaat om diep te gaan, zodat Sanne de overhand weer kan nemen.
Lieve stinkies, waar begin ik... Ik weet het gewoon niet, alleen dat ik jullie terug wil, en dan laat ik jullie nooit meer los, NOOIT meer. Wat mis ik jullie vreselijk, ik doe mijn best voor jullie, voor jullie broertjes maar wat vind ik dat een opgave. Ik ben trots op jullie en hou heel veel van jullie!! Dikke knuffel en kussen van mama